nieuwsarchief

Repliek op Monbiot, data wijst nog steeds op olie schaarste (gepost op 21 juli 2012)

Beste mensen, in het artikel ' we were wrong on peakoil' zet George Monbiot zich scherp af tegen wat ik maar even de peakoil these zal noemen. Hier mijn repliek.

Peter Polder

http://www.peakoil.nl/2012/07/04/alle-data-wijst-nog-steeds-op-schaarser-worden-olie/ 

De olieprijzen zitten in een tijdelijke dip en dat geeft alle ruimte aan twijfels over het feit dat de olieproductie binnenkort zal beginnen aan een permanente daling. Het opiniestuk van Trouw-journalist Marco Visser is daar een voorbeeld van, evenals de uitgebreide blog van de alom gerespecteerde wetenschapsjournalist George Monbiot in The Guardian.

Vanwege de toenemende olieproductie uit teerzanden en schalie-gesteente stelt Monbiot dat de voorspellingen van 'peakoilers' niet zijn uitgekomen. Hij verwijst verder naar een onlangs verschenen studie van Harvard om aan te tonen dat de olieproductie de komende tijd fors gaat stijgen en de prijzen fors dalen. Dit om zijn stelling te onderbouwen dat er juist te veel olie is; meer dan genoeg om ons klimaat om zeep te helpen. Maar de Harvard studie is nu al omstreden en zowel Visser als Monbiot slaan de plank op cruciale punten mis.

 

Is er genoeg olie om klimaatverandering ernstig uit de hand te laten lopen? Ja, daarvoor is er zelfs ruim voldoende. Zoals Peakoil Nederland al in 2009 in een studie aantoonde, wordt de CO2-uitstoot door olieverbruik groter naarmate olie schaarser wordt. Het kost namelijk steeds meer olie om de resterende olie te winnen. Peakoil wil dus niet zeggen dat het klimaatprobleem vanzelf oplost. Peakoil gaat uitsluitend over de omvang van de dagelijkse olieproductie. Peakoil is gebaseerd op het feit dat de wereldwijde olieproductie dezelfde productiecurve zal kennen als de productie in een enkel olieveld: de olieproductie bereikt een maximum om daarna te beginnen aan een permanente daling. Na het piekmoment is de olie niet op, het wordt wel elke dag schaarser. De grote vraag is dan natuurlijk wanneer de wereldwijde olieproductie zijn maximum bereikt en hoe snel de daling daarna inzet.

Sinds een jaar of tien waarschuwt een ongebruikelijke coalitie van oudgedienden uit de olie-industrie, militairen en milieuactivisten ervoor dat dit Peakoil-moment ergens tussen nu en 2020 zal passeren. De constatering is dan dat schaarste verstrekkende gevolgen kan hebben in een olieverslaafde economie en dat we beter op zoek kunnen gaan naar een alternatief.

Monbiot verwijst in zijn artikel naar enkele Peakoil-voorspellingen die niet zouden zijn uitgekomen. Hij ziet daarbij twee belangrijke punten over het hoofd. Op de eerste plaats gaan veel Peakoil-voorspellingen alleen over conventionele olie. Conventionele olie heeft, zoals het Internationale Energie Agentschap (IEA) enkele jaren geleden vaststelde, rond 2006 gepiekt. Ten tweede is onzekerheid inherent aan een voorspelling. Iedere serieuze olie-analist zal dat bevestigen. In het geval van olie is erg veel afhankelijk van bovengrondse factoren: de olieprijs, de politiek en mogelijke conflicten die allemaal even onvoorspelbaar zijn. Vandaar ook dat de optimisten in het Peakoil-debat, zoals Daniel Yergin en tot enkele jaren geleden het IEA, er zo vaak naast zaten met hun voorspelling van altijd groeiende productie met blijvende lage prijzen. Een studie van 5 Britse academies die de voorspellingen van 'peakoilers' vergeleek met die van Shell, BP en IEA concludeerde dat iedereen die beweert dat de olieproductie na 2020 zal stijgen 'iets te bewijzen heeft'.

De studie van Harvard probeert precies dat bewijs te leveren en leunt daarbij vooral op de productie van schalie-olie en teerzanden, die Monbiot overigens terecht vreest. Hier zit de crux van het Peakoil-debat. De optimisten verwachten dat een golf onconventionele olie de wereld zal overspoelen en het spook van de schaarste op afstand zal houden. De realisten verwachten dat het huidige enthousiasme rond onconventionele olie binnen enkele jaren zal omslaan. Op de eerste plaats om economische redenen: onconventionele olieproductie drijft de marginale kostprijs van olie op. In recente studies wordt deze kostprijs geschat op zeker $92 per vat. In de huidige economisch zware tijd is die prijs te hoog en is vraaguitval het gevolg. Omdat onze economie zo olieverslaafd is, blijft de olieprijs heen en weer slingeren tussen een lage prijs die schalie-olie, teerzand en diepzeeprojecten onrendabel maakt en een hoge prijs die de economie laat krimpen.

Een fors deel van de bedrijven die zich in de VS specialiseren in schaliegas en schalie-olie staat nu op de rand van een financiële afgrond. De netto energiewinst van hun productie is laag. De hoeveelheid energie die geïnvesteerd moet worden om energie te produceren was bij conventionele olie rond de 30:1, bij teerzanden is het nog maar 5,8:1 en bij schalie-olie is dat een magere 4:1. De productie uit deze onconventionele bronnen groeit fors, evenals de olieproductie uit Irak. Er blijft wel een enorm gat dat de wegvallende productie van goedkope makkelijk winbare conventionele olie laat vallen. Volgens Shell hebben we voor 2020 viermaal de productie van Saudi-Arabië nodig om het huidige productieniveau te behouden. De bestaande productie daalt met 5% per jaar. Bij onconventionele olie is die daling nog zorgwekkender. Data uit deze velden laten nu zien dat de productie binnen enkele jaren wegvalt en afnameratio’s van meer dan 80% binnen 5 jaar zijn niet ongewoon.

Mijn andere argument is dat de schade die we aanrichten met het leegschrapen van de laatste druppels uit het olievat te hoog is. De geroemde schaliegasrevolutie in de VS is in hoog tempo bezig waardevolle drinkwatervoorraden te vergiftigen en heeft geleid tot een scherpe afname van de lucht- en leefkwaliteit in de productiegebieden. En waar de VS geteisterd wordt door extreme droogte legt de olie-industrie een steeds grotere claim op water om schaliegas en teerzanden te kunnen winnen. Zo riskeren we de stabiliteit van ons klimaat en versterken we de negatieve gevolgen.

We kunnen ons niet laten afleiden door tijdelijk lage prijzen of ongefundeerde verhalen over enorme stromen nieuwe olie. Enerzijds moeten we alles op alles zetten om de onconventionele olie onder de grond te houden. Anderzijds moeten we af van onze olieverslaving. En afkicken is vaak moeilijk en soms pijnlijk, maar levert onze kinderen en onszelf een gezonde economie en een veel gezondere planeet op, dus wat let ons?


nieuws > nieuwsarchief / nieuws uit de lokale groepen
backtotop